In de eerste helft van 2025 was 53,2 procent van de nieuw ingeschreven bedrijfswagens batterij-elektrisch. Ter vergelijking: in dezelfde periode vorig jaar lag dat aandeel nog onder de 40 procent. De overgang naar elektrisch rijden heeft zich dus sneller voltrokken dan velen hadden gedacht.
De verschuiving is meer zichtbaar bij bedrijven, omdat de elektrificatie van particuliere voertuigen langzamer verloopt. Bij privéwagens blijft de instroom van elektrische voertuigen beperkt tot iets meer dan 10 procent. Dit komt voornamelijk doordat de fiscale regels voor bedrijfswagens veranderen, terwijl die voor particulieren ongewijzigd blijven. Vanaf 2026 komen enkel nog elektrische modellen volledig in aanmerking voor fiscale aftrekbaarheid. Plug-inhybrides zien hun voordelen geleidelijk afnemen en wagens op brandstof worden vanaf dan simpelweg duur.
Dit is het ideale moment voor ondernemers om hun mobiliteitsstrategie te herzien. Het gaat niet alleen om het veiligstellen van fiscale voordelen, maar ook om het wagenpark toekomstbestendig te maken. Elektrisch rijden biedt namelijk niet alleen financiële voordelen, maar zendt ook een positief signaal uit naar klanten, werknemers en investeerders.
Ook kleine bedrijven kunnen baat hebben bij een tijdige overstap. De markt biedt momenteel een breder en betaalbaarder aanbod dan ooit tevoren. Door nu te investeren in laadinfrastructuur, wagenkeuze en werknemersadvies, kunnen kleine bedrijven een vloot creëren die wetgevingstechnisch in orde is en bovendien klaar is voor toekomstige verwachtingen.
Fiscaal nog voordelig tot 2026
Lagere brandstof- en onderhoudskosten
Positief imago bij klanten en talent
Comfortabele rijervaring
Vooruitlopen op veranderende regelgeving
